Improviseren….hoe doe je dat? Nou eh…gewoon doen!

Dat klinkt misschien wat kort door de bocht, maar zelf heb ik ook leren improviseren door het gewoon te gaan doen. Ik speelde regelmatig mee met de muziekgroep in onze kerk. We speelden dan liederen uit de opwekkingsbundel of de wat klassiekere gezangen uit het Liedboek voor de kerken. Mij werd gevraagd om zoveel mogelijk iets anders te spelen dan de melodie, want die werd al gezongen. Zo ben ik gaan experimenteren met tweede stemmen, begeleidende en opvullende figuren en solo’s. Ik deed dat zonder bladmuziek voor m’n neus, geheel op mijn gehoor en gevoel voor muzikaliteit.

Gebruik je oren!

Door het steeds vaker te doen, durfde ik steeds meer en leerde ik om steeds beter te luisteren naar wat wel werkt en wat niet en hoe ik met mijn spel het best de muziek kon ondersteunen. Waar nodig leerde ik de leiding te nemen om modulaties en inzetten van andere musici in te leiden, maar ik leerde ook wanneer ik juist minder moet doen en hoe ik bijvoorbeeld lange tonen kan gebruiken om alleen maar een subtiele kleur te geven aan de samenklank.

Muziektheorie, is dat noodzakelijk?

Tegenwoordig heb ik de betreffende muziekbundels en leadsheets netjes aangeschaft en speel ik meestal wel met bladmuziek. Het voordeel daarvan is dat ik dan de akkoorden bij de hand heb en die daardoor beter kan toepassen in mijn spel. Ik speel dan op gehoor, maar maak tegelijkertijd ook gebruik van mijn muziektheoretische kennis.

Muziektheoretische kennis is dus heel handig, maar op gehoor leren spelen heeft als groot voordeel dat je je makkelijker los kunt maken van de bladmuziek en dat komt ook je klassieke spel ten goede. Als je alleen maar kunt spelen met voorgeschreven akkoorden wordt het ook lastiger om spontane improvisaties te realiseren. Ik speel regelmatig ter inleiding of uitgeleiding van diensten samen met bijvoorbeeld alleen de pianist. We spreken dan de toonsoort af waarmee we beginnen of we nemen een bepaald lied als basis en we zien wel hoe en waar we eindigen. Zo kunnen er heel spontane en verrassende eenmalige muziekstukken ontstaan.

Kortom: heb je echt per se een grondige kennis van allerlei muziektheorie nodig? Natuurlijk niet! Maar alles wat je weet zal je spel verrijken en dat zal je spelplezier zeker ten goede komen. En hoe meer plezier jij uitstraalt tijdens het spelen, hoe meer ook je publiek geboeid zal zijn door jouw spel. Ik raad je dan ook aan om je in ieder geval de basis eigen te maken.

Is improviseren iets voor mij?

Mocht je nog twijfelen of improviseren iets voor jou is, hou dan op met twijfelen en ga het gewoon eens proberen. Als je techniek en je muzikale gehoor nog niet zo ver ontwikkeld zijn, dan zou ik me daardoor toch niet laten tegenhouden.Improviseren kun je namelijk zelfs als je nog maar drie noten kunt spelen en je hoort vanzelf of iets goed klinkt of niet. Bevalt iets je niet, dan probeer je gewoon weer wat anders. Ik zit er ook regelmatig naast, maar dat hoort niemand, omdat ik dat soort onbedoelde experimenten direct camoufleer door er omheen te spelen en vervolgens uit te komen op een toon die beter klinkt. Dit soort ‘foutjes’ maakt de improvisatie vaak alleen maar spontaner en interessanter.

Je bent absoluut in het voordeel als je iemand hebt met wie je samen kunt oefenen, het liefst op een instrument dat geschikt is om je te begeleiden met akkoorden. Misschien ken je iemand die piano of gitaar speelt, die je wil helpen.

Tot slot moet je nog wel de drempel over en het wagen om de veiligheid van de voorgeschreven melodie steeds meer te verlaten. Probeer maar gewoon wat uit. Hoe vaker je het doet, hoe minder eng het wordt en hoe leuker je het zult gaan vinden. Onthoud: Improviseren kun je niet verkeerd doen; je kunt hooguit een slechte smaak hebben en smaken verschillen ook nog eens. Iets anders wat je echt moet onthouden is: Eenvoud siert. Maak het dus vooral niet te ingewikkeld. Je bent echt geen betere musicus als je erin slaagt om zoveel mogelijk tonen per seconde te laten horen.

Lesmethode voor improvisatie

Er zijn mensen die leren improviseren door het gewoon te gaan doen en door goed te luisteren naar hoe het klinkt. Er zijn ook genoeg mensen die dat ontzettend eng en lastig vinden. Zelfs mensen die een behoorlijk hoog niveau op hun instrument hebben bereikt en ook al veel ervaring hebben met samenspel en lichte muziek kunnen het heel moeilijk vinden om te spelen zonder dat er een uitgeschreven partij voor hun neus staat. Anderen kunnen al best aardig improviseren, maar zijn vastgelopen en zoeken naar een manier om toch door te kunnen blijven groeien in hun improvisatiespel.

Omdat verschillende mensen mij vroegen om improvisatielessen te geven, ben ik gaan nadenken over een lesmethode hiervoor. Ik heb gezocht, maar ik heb geen bestaande lesmethode kunnen vinden die ik kon gebruiken. Ik heb wel lesmateriaal gevonden van bijvoorbeeld saxofoondocenten die zelf een methode hebben ontwikkeld, maar die hebben een heel andere benadering van de improvisatietechniek dan ik.Zij gaan uit van een aantal standaardmelodieen die in alle toonsoorten ingestudeerd moeten worden en die dan met de toepassing van allerlei variaties inzetbaar zijn als improvisatiemateriaal.

Ik benader de techniek van het improviseren niet als iets wat ingestudeerd moet worden, maar ik laat de verschillende functies en mogelijkheden zien waar je uit kunt kiezen. Ik geef dus geen melodie die je kunt aanpassen in vorm en stijl, maar ik leer je zien waar de muziek om vraagt, welke tonen en ritmes je kunt gebruiken en hoe en hoe je daarvan een welluidende vloeiende melodielijn kunt maken. Dat is precies andersom en het is ook heel individueel, want je leert dan om een heel eigen smaak en stijl te ontwikkelen. Eigenlijk is het meer een soort instant arrangeren, wat ik doe.

Ik ben een tijd bezig geweest om een eenvoudige geschreven methode te ontwikkelen voor de manier waarop ik zelf tot mijn improvisaties kom, maar ik ben blijven steken in de muziektheorie. Ik ben niet toegekomen aan het schrijven van voorbeelden en oefeningen, omdat ik merkte dat het echt maatwerk is. Het zal bij iedere leerling en bij ieder muziekstuk anders gaan, afhankelijk van wat iemand graag wil leren, de reeds aanwezige kennis en ervaring, het talent en natuurlijk de muzikale smaak. Als er al ooit een uitgeschreven improvisatiemethode zal komen van mijn hand, dan zal die geschreven moeten worden in de praktijk van het lesgeven. Er zit niets anders op.